Balans

VOORRADEN

BOUWGRONDEN IN EXPLOITATIE

Het startpunt van een grondexploitatie is het raadsbesluit met de vaststelling van het complex, inclusief begroting. Vanaf dat moment worden vervaardigingskosten geactiveerd onder de noemer onderhanden werk.
Een balansverschuiving vindt plaats wanneer erfpachtgrond uit een grondexploitatie gehaald wordt en overgaat naar de materiële vaste activa.
De tussentijdse winsten zijn genomen middels de door de BBV voorgeschreven Percentage of Completion methode (POC). De winsten zijn genomen op acht projecten met een positief eindresultaat. Meer informatie hierover staat in de paragraaf grondbeleid.
De presentatieverschuiving betreft het faciliterende deel (investeringen ten behoeve van gronden van derden) van Kampershoek 2.0. Deze verwerking is toegelicht in de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling voor voorraden.

Onderstaand wordt het verloopoverzicht van de vijf grondexploitaties met de mutaties in de voorziening in 2022 weergegeven.

Hierboven wordt de boekwaarde van de voorziening gespecificeerd. De voorziening is een correctie op de boekwaarde van de bouwgronden in exploitaties.

Het geraamde eindresultaat is als volgt te specificeren :

De geraamde nog te maken investeringen van € 62,7 miljoen zijn als volgt te specificeren:

In alle projecten worden kosten gemaakt voor planontwikkeling, voorbereiding directievoering en toezicht en verkoop en beheer. Deze zijn gerelateerd aan de nog uit te voeren investeringen en te verkopen kavels. Het gaat hierbij in totaal om € 11,8 miljoen, maar omdat deze gerelateerd zijn aan de overige investeringen dan wel de verkopen, worden deze niet nader benoemd.

• De verwervingen bedragen € 8,9 miljoen en zullen voor € 2,2 miljoen in Kampershoek 2.0 en voor € 6,6 miljoen in Laarveld plaatsvinden.
• Sloop en sanering bedragen € 3,3 miljoen, waarvan € 1,1 miljoen in Kampershoek 2.0, € 1,8 miljoen in Laarveld en € 0,4 miljoen in de overige projecten.
• Het bouwrijpmaken kost € 10,3 miljoen en vindt vooral plaats in Kampershoek 2.0 (€ 4,9 miljoen), Laarveld (€ 5,1 miljoen).
• Het woonrijpmaken kost nog € 18,9 miljoen en is terug te voeren tot Kampershoek 2.0 (€ 4,6 miljoen), Laarveld (€ 10,1 miljoen), bij de overige bedrijventerreinen zijn Uitbreiding de Kempen en Leuken-Noord samen goed voor € 3,3 miljoen.
• De kosten aan fondsen bedragen € 0,4 miljoen en komt met name terug in Centrum Noord € 0,2 miljoen (Suffolkweg).
• Onder overige kosten wordt rekening gehouden met € 0,4 miljoen, met name in Kampershoek 2.0 voor € 0,3 miljoen voor aanvullende civiele kosten.
• De kostenstijging betreft een totaalbedrag van € 6,3 miljoen en is gerelateerd aan de nog uit te voeren investeringen en het jaar waarin deze worden uitgevoerd. Als gevolg van oplopende inflatie en stijging van de GWW-kosten door schaarste wordt dit jaar rekening gehouden met meer kostenstijging dan afgelopen jaar.
• De rentekosten bedragen € 2,3 miljoen waarvan € 0,1 miljoen in Kampershoek 2.0 en € 2,1 miljoen in Laarveld. De rentekosten in de overige projecten bedragen € 0,1 miljoen.  

De totaal nog uit te geven gronden tot en met 2032 zijn geraamd op € 60 miljoen. De belangrijkste opbrengsten worden hierna toegelicht:

• De nog te realiseren opbrengsten voor woningbouw bedragen € 38,8 miljoen. Hiervan heeft € 1,2 miljoen betrekking op Laarveld fase 3 (nog over te dragen reeds verkochte kavels), € 34,4 miljoen op Laarveld fase 4 en € 1,2 miljoen nog over te dragen reeds verkochte grond in Beekpoort-Noord. De twee nieuwe grondexploitaties met een opbrengst voor woningbouw van 1,9 miljoen.
• De opbrengst uit de verkoop van bedrijventerreinen bedraagt € 21,2 miljoen, waarvan € 15,9 miljoen in Kampershoek 2.0, en de overige € 5,3 miljoen in Centrum-Noord (€ 1,7), Kanaalzone (€ 1,3 miljoen), Leuken Noord (€ 0,8 miljoen) en uitbreiding de Kempen (€ 1,4 miljoen).
• De post overige opbrengsten bedraagt € 12 miljoen en heeft voor € 11 miljoen betrekking op de exploitatiebijdragen van de ontwikkelende partijen binnen Kampershoek 2.0, in Laarveld € 0,6 miljoen voor bijdragen in de rioolaansluitkosten.
• De opbrengstenstijgingen bedragen € 1,4 miljoen en zijn gerelateerd aan de nog te ontvangen opbrengsten en het jaar waarin deze worden ontvangen. In Laarveld fase 4 betreft het € 0,5 miljoen en Kampershoek 2.0 € 0,7 miljoen.
• De renteopbrengsten bedragen € 0,7 miljoen, voornamelijk voorkomend in de positieve (deel-)grexen van Laarveld, Centrum Noord en Uitbreiding de Kempen.

GEREED PRODUCT EN HANDELSGOEDEREN

In 2022 zijn de bovenverdiepingen van het Muntcomplex en het pand aan de Beemdenstraat verkocht en  is de Microhal gesloopt. De voorraad handelsgoederen betreft per ultimo 2022 nog het zalencentrum van de Poort van Limburg en een stuk grond aan de Doolhofstraat. De voorziening heeft betrekking op het zalencentrum van het complex Poort van Limburg. Omdat op basis van taxaties is vastgesteld dat marktwaarde van het complex fors lager is dan de boekwaarde is hiervoor een voorziening gevormd. Bij verkoop van delen van het complex wordt deze voorziening ingezet om het verschil (boekwaarde vs marktwaarde) op te vangen.

UITZETTINGEN MET EEN RENTETYPISCHE LOOPTIJD KORTER DAN ÉÉN JAAR

Vorderingen op openbare lichamen zijn vorderingen op voornamelijk overheidsinstellingen.
De rekening-courant verhouding met het Rijk heeft betrekking op de afgeroomde gelden in het kader van het schatkistbankieren.
De rekening-courant verhouding met niet-financiële instellingen betreft de rekening-courant verhouding die de gemeente heeft met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting (Svn). Het Svn verschaft namens de gemeente, onder voorwaarden, startersleningen en duurzaamheidsleningen aan particulieren. De gemeente voedt de rekening-courant door stortingen. Het saldo dat in bovenstaande tabel wordt weergegeven, betreft het niet in leningen omgezette deel van de door de gemeente gestorte bedragen.
De overige vorderingen hebben betrekking op vorderingen op rechtspersonen/natuurlijke personen. Daarnaast zijn er nog overige vorderingen belastingen en sociaal domein.

De voorziening oninbaarheid voor de overige vorderingen wordt bepaald per individuele vordering.

Vanaf 2013 is schatkistbankieren voor gemeenten verplicht. Bij schatkistbankieren dienen overtollige liquide middelen boven een bepaalde drempel aangehouden te worden in de schatkist. Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: niet elke laatste euro hoeft in de schatkist te worden aangehouden. Per kwartaal mag het gemiddelde van de middelen die de decentrale overheid dagelijks buiten de schatkist laat niet boven het drempelbedrag uitkomen.
In 2022 is het gemiddelde saldo per kwartaal van de liquide middelen niet boven het drempelbedrag voor schatkistbankieren uitgekomen.

LIQUIDE MIDDELEN

De gemeente heeft een rekening-courant verhouding met de BNG, die tevens het schatkistbankieren uitvoert (zie hierboven). De kredietfaciliteit op de rekening courant bedraagt € 10 miljoen met een incidentele uitloop naar € 15 miljoen. Daarnaast worden bij andere banken diverse rekeningen aangehouden. Deze rekeningen worden periodiek afgeroomd ten gunste van de BNG-rekening.
Per ultimo 2022 is er een vordering op de banken.