Programma-verantwoording

Programma 6 Zorg, inkomen en participatie

LASTEN

Samenkracht en burgerparticipatie
Oekraïne
In maart/april 2022 is een opvanglocatie voor vluchtelingen uit Oekraïne ingericht en geopend. In november is de capaciteit met een tweede gebouw uitgebreid. In deze twee locaties kunnen 309 mensen worden opgevangen. In 2022 is ruim € 1.275.000 besteed aan deze opvang (exclusief interne uren van medewerkers van de gemeente). Deze kosten bestaan uit de huisvestingskosten, leefgeld en diverse verstrekkingen aan de ontheemden, beheer, beveiliging, inzet Punt Welzijn en projectkosten. Deze lasten waren in de begroting niet voorzien, maar worden vergoed door het Rijk (zie baten).

Versterken lokale sociale basis
In november 2021 heeft de raad met ingang van 2022 een structureel bedrag van € 898.000 beschikbaar gesteld voor initiatieven ter versterking van de lokale sociale basis. De uitgaven ten laste van dit budget zijn € 207.000 lager. Dat heeft er onder andere mee te maken dat een aantal voorgenomen initiatieven en projecten doorgeschoven is naar 2023 en daarom drukken op het budget van 2023.

Transformatie en innovatie sociaal domein
In 2022 zijn uitgaven voor innovatie en transformatie sociaal domein voor de regio Midden-Limburg West en lokaal voor Weert gedaan. Op basis van besluitvorming door de raad worden de werkelijke uitgaven uit de algemene reserve (regionale uitgaven) en de reserve innovatie en transformatie sociaal domein (lokale uitgaven) gehaald. Omdat niet alle uitgaven geraamd zijn ontstaat er op dit taakveld een nadeel van bijna € 62.000. Dit is budgettair neutraal door de verrekening met de reserves.

Collectief vraagafhankelijk vervoer
Het vervoer door Omnibuzz werd ook in 2022 nog beïnvloed door de coronapandemie. Hoewel het vertrouwen van klanten om te reizen groter was dan in 2021, werd er nog steeds minder gebruik gemaakt van Omnibuzz dan vóór de coronapandemie. De invloed van de coronapandemie op het vervoer was onvoorspelbaar en daardoor lastig te begroten. Dit heeft geleid tot een voordeel van bijna € 100.000.

Uitvoeringsbudget WMO-Jeugd
In 2022 is het programmaplan sociaal domein gedeeltelijk uitgevoerd. Het accent lag op het verkennen van samenwerkingsmogelijkheden en verminderen van de kwetsbaarheid van de samenwerking. Dit is met de bestaande capaciteit gebeurd. Voor een aantal andere activiteiten uit het programmaplan zijn wel verplichtingen aangegaan, maar die leiden pas in 2023 tot kosten. Hierdoor ontstaat er op dit onderdeel een voordeel. Daar staat tegenover dat er hogere kosten zijn gemaakt voor extra inzet voor verwervingstrajecten. Ook konden er minder personeelskosten dan verwacht in rekening worden gebracht bij regiogemeenten. Per saldo is er sprake van een voordeel van € 92.000.

Toegangsteams
Ondersteuning wijkteams
In de decembercirculaire 2021 zijn voor 2022 en verder middelen ontvangen voor versterking van ondersteuning van wijkteams. Het beschikbare bedrag voor 2022 is beperkt aangewend. Hierdoor valt het restant van € 93.000 vrij ten gunste van het resultaat.

Inkomensregelingen
Bijstandsuitkeringen
De bijstandsuitkeringen zijn bijna € 85.000 lager dan begroot. Als gevolg van een ruime arbeidsmarkt daalt het aantal uitkeringen. Steeds meer bijstandsgerechtigden gaan naast hun uitkering deeltijd werken. Daarnaast was de verwachting dat er een aantal Oekraïense vluchtelingen zouden doorstromen naar een bijstandsuitkering. De landelijke leefgeld regeling is echter tot op heden van kracht. Dit alles leidt tot een budgettair voordeel van € 85.000.

Loonkostensubsidie
De uitgaven voor loonkostensubsidie (incl. coronacompensatiemiddelen) is per saldo € 57.000 hoger dan geraamd. Doordat de subsidie van beschut werken is gestegen van gemiddeld € 1.250 naar € 1.700 vallen de uitgaven hoger uit dan verwacht.  

IOAW-uitkering
De uitgaven van de Inkomensvoorziening voor ouderen en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) zijn ruim € 103.000 lager dan begroot. De uitstroom van IOAW uitkeringsgerechtigden is veel hoger dan verwacht. Bij de begroting is rekening gehouden met 35 IOAW-uitkeringen. Ultimo december 2022 waren het er 31.

Energietoeslag
In 2022 heeft de gemeente Weert € 5.555.000 via de circulaires ontvangen voor het verstrekken van energietoeslag. Om meer inwoners te ondersteunen bij de hoge energiekosten heeft gemeente Weert in 2022 besloten om de grens tot 120 procent tot het minimum naar 130 procent tot het minimum te verhogen. In totaal is er € 3.406.000 ingezet om huishoudens met een laag inkomen een eenmalige tegemoetkoming te geven in de gestegen energiekosten.
Omdat de middelen ook in 2023 uitgekeerd mogen worden, zal het restantbudget, € 2.149.000, beschikbaar blijven voor 2023. Per saldo levert dit in de jaarrekening 2022 een budgettair neutraal voordeel op van € 2.149.000 (zie ook baten algemene dekkingsmiddelen).

Bijzondere bijstand
Er was binnen de bijzondere bijstand rekening gehouden met hogere kosten voor de tijdelijke aanpak voor inwoners met financiële problemen als gevolg van gestegen energieprijzen. Echter, is er minder beroep op de maatwerkregeling gedaan dan werd verwacht. Dit heeft geleid tot een budgettair voordeel van ruim € 91.000.

BBZ bedrijfskredieten
Zelfstandige ondernemers kunnen naast een uitkering ook een bedrijfskrediet aanvragen. Een beginnende zelfstandige kan een aanvraag indienen van maximaal € 37.398. Een gevestigde zelfstandige kan een aanvraag indienen van maximaal € 203.135. De lening moet binnen 10 jaar worden afgelost. In 2022 heeft de gemeente geen aanvragen bedrijfskrediet gehad. Dit leidt in de jaarrekening 2022 tot een budgettair neutraal verschil van € 250.000, omdat tegenover hetzelfde bedrag lagere inkomsten staan.  

Arbeidsparticipatie
Nieuwkomers
De uitgaven voor opvang en integratie van nieuwkomers zijn ruim € 78.000 lager dan begroot. Dit wordt vooral veroorzaakt door minder reiskosten, medische adviezen, opleidingen en minder kosten voor arbeidsinschakeling. Daarnaast zijn er in 2022 minder bijzondere casussen geweest, zoals problematische gezinshereniging. Ook zijn bepaalde kosten, zoals de training ‘Omgaan met financiën’, uit een ander budget (Wet inburgering) betaald. De onderschrijding van ruim € 78.000 is budgettair neutraal, omdat het restantbudget op basis van de nota reserves en voorzieningen is toegevoegd aan de reserve inburgering en (re-)integratie van niet-westerse allochtonen.

Wet Inburgering
Met ingang van 2022 ontvangt de gemeente specifiek geld voor de Wet Inburgering. Hieruit moet de gemeente een aantal voorzieningen betalen, zoals leerroutes en de inzet van tolken en maatschappelijke begeleiding. In 2022 waren er landelijke opstartproblemen en zijn de regionale inburgeringsvoorzieningen laat gestart. De kosten zijn hierdoor lager dan het geld dat daarvoor beschikbaar is. Het restantbedrag mag binnen de wetgeving voor uitgaven in 2023 ingezet worden (zie ook baten). Daardoor is het verschil op dit onderdeel (€242.000) niet van invloed op het rekeningresultaat.

Maatwerkvoorzieningen (WMO)
Hieronder vallen de uitgaven voor rolstoelen, vervoers- en woonvoorzieningen, deze zijn
ongeveer € 100.000 hoger dan begroot. Dit komt door de woonvoorzieningen, zoals al aangekondigd in de rapportage WMO maatwerkvoorzieningen eerste halfjaar 2022. Deze uitgaven kunnen sterk fluctueren, omdat één grote woonvoorziening hoge kosten met zich mee kan brengen. In 2022 is er een relatief groot aantal grote woonvoorzieningen toegekend. Daarnaast is er sprake van een stijgende trend. Enerzijds neemt het aantal voorzieningen, zoals trapliften, toe doordat mensen langer thuis wonen en is er sprake van vergrijzing. Anderzijds stijgen de kosten door wereldwijde stijgingen van lonen en materialen.

Maatdienstverlening 18+
Schulddienstverlening
Door het Rijk zijn middelen beschikbaar gesteld als onderdeel van het steun- en herstelpakket voor gemeentelijk schuldenbeleid in tijde van coronacrisis. Echter, deze middelen zijn niet gebruikt, omdat de werkzaamheden binnen de bestaande capaciteit konden worden opgevangen. Dit leidt tot een budgettair voordeel van ruim € 76.000.
Daarnaast is door de raad € 35.621 beschikbaar gesteld voor Schuldenlab Weert. In 2022 zijn hier nauwelijks kosten voor gemaakt. Dit leidt tot een budgettair neutraal voordeel van ruim € 31.000 omdat er een lagere onttrekking uit de algemene reserve tegenover staat.  

WMO
De uitgaven voor hulp bij het huishouden en begeleiding zijn in totaal € 51.000 hoger dan begroot. Het aantal cliënten hulp bij het huishouden leek te stabiliseren maar is vanaf het tweede kwartaal van 2022 toch weer toegenomen, zoals ook opgenomen in de rapportage WMO maatwerkvoorzieningen. Bij begeleiding was in de prognose rekening gehouden met een beperktere toename dan in de realisatie het geval is van het aantal cliënten in de tweede helft van 2022. Verder heeft er een nabetaling over eerder jaren plaatsgevonden op basis van een bezwaar over een persoonsgebonden budget.

Maatdienstverlening 18-
Zoals aangekondigd in de eerste halfjaarrapportage Jeugdhulp 2022 moest rekening worden gehouden met een overschrijding van de begroting ten aanzien van jeugdhulp. De prognoses die gebruikt zijn voor de begroting in de tweede tussenrapportage 2022 zijn in het voorjaar 2022 gemaakt, toen de ervaringscijfers nog beperkt waren. In 2022 is het landelijke woonplaatsbeginsel in de jeugdhulp gewijzigd. Hierdoor is de (financiële) verantwoordelijkheid voor jeugdigen tussen gemeenten verschoven. De effecten per gemeente waren vooraf nauwelijks te voorspellen. Onder andere door het gewijzigde woonplaatsbeginsel, is er binnen de maatwerkdienstverlening 18- sprake van een nadeel op het rekeningresultaat van € 584.000. Hieronder worden de grootste afwijkingen toegelicht.

Segment wonen
In 2022 was er een toename van het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van een woonvorm met begeleiding, voornamelijk binnen pleegzorg en gezinshuizen. Deze toename werd deels veroorzaakt door het gewijzigde woonplaatsbeginsel. De uitgaven binnen dit segment waren € 357.000 hoger dan begroot.

Jeugd- en opvoedhulp/jeugdhulp voor jeugdigen met een beperking
In 2022 zijn de kosten gestegen door het gewijzigde woonplaatsbeginsel en hogere uitgaven voor individuele behandeling en ondersteuning op school of kinderopvang. Niet alleen het aantal jeugdigen nam toe, maar ook de complexiteit van de problematiek. Daarnaast is een aantal nagekomen facturen over 2021 ontvangen, waarmee in de jaarrekening 2021 geen rekening was gehouden. In totaal is er sprake van een nadeel van € 137.000 ten opzichte van de begroting.

Persoonsgebonden budgetten
Met name de instroom van één jeugdige met een groot budget veroorzaakt een overschrijding van € 98.000.

Landelijk transitiearrangement
Voor hele specifieke gespecialiseerde jeugdhulp wordt gebruik gemaakt van instellingen die onderdeel zijn van het landelijk transitiearrangement (LTA). De kosten per jeugdige voor deze zeer specifieke vorm van jeugdhulp zijn hoog. Hierdoor kunnen de uitgaven fluctueren en zijn ze lastig te voorspellen. De uitgaven zijn in de tweede helft van 2022 toegenomen. Dit levert een nadeel op van € 47.000.

Jeugdzorg plus
Jeugdzorg plus betreft eveneens specifieke en dure ondersteuning voor een beperkt aantal jeugdigen. Doordat er in de loop van 2022 een aantal jeugdigen is uitgestroomd is er € 70.000 minder uitgegeven dan begroot.

Geëscaleerde zorg 18+
In de begroting is een bedrag van € 150.000 beschikbaar gehouden om eventuele afwijkingen in de realisatie van lokale kosten voor beschermd wonen en maatschappelijke opvang op te kunnen vangen. Dit budget is in 2022 niet volledig gebruikt, waardoor een voordeel van ruim € 104.000 vrij valt ten gunste van het resultaat.

Geëscaleerde zorg 18-
Segment crisis
Vanaf 2022 is de crisishulp aan jeugdigen opnieuw ingekocht. Er is sprake van een lumpsumfinanciering. Hierbij wordt er onderling tussen regiogemeenten deels afgerekend op basis van daadwerkelijk ingezette crisishulp. Pas eind 2022 was er inzicht in de regionaal ingezette crisishulp. De uitgaven waren € 135.000 hoger dan begroot.

Jeugdbescherming en jeugdreclassering
Door het gewijzigde woonplaatsbeginsel is het aantal jeugdigen met een voogdijmaatregel fors gestegen. Met deze stijging is in de begroting geen rekening gehouden. Dit leidt tot een nadeel van € 101.000.

BATEN

Samenkracht en burgerparticipatie
Oekraïne
De kosten voor de opvang van ontheemden uit Oekraïne worden gedekt uit een specifieke uitkering van het Rijk (SPUK). Over 2022 hebben wij hiervoor € 4,7 miljoen ontvangen.

Toegangsteams
Cliëntondersteuning
De gemeente Weert heeft een bijdrage ontvangen van het Rijk voor de uitvoering van het projectplan cliëntondersteuning. Het projectplan, inclusief de overheveling op basis van de slotwijziging 2022, is ruimschoots binnen het beschikbare budget uitgevoerd. Omdat er geen financiële afrekening met het Rijk hoeft plaats te vinden, valt het resterende bedrag van € 164.000 vrij ten gunste van het resultaat.

Inkomensregelingen
BUIG-uitkering
De definitief vastgestelde rijksbijdrage voor de kosten van bijstand (BUIG-uitkering) is bijna € 93.000 lager dan de voorlopige vaststelling die geraamd is in de begroting. Bij de vaststelling van het definitieve budget 2022 wordt rekening gehouden met de actuele conjuncturele situatie. Dit is een budgettair nadeel.

BBZ bedrijfskredieten
De baten van de BBZ bedrijfskredieten zijn € 250.000 lager dan geraamd. Dit is een budgettair neutraal verschil, zie toelichting bij de lasten.

Arbeidsparticipatie
ESF-subsidie
In 2022 heeft de gemeente Weert een nabetaling van het Europees Sociaal Fonds (ESF) ontvangen voor het project “Vergroot je kansen”. Deze nabetaling is niet geraamd in de begroting, waardoor dit leidt tot een voordeel van € 312.000.

Wet Inburgering
Met ingang van 2022 ontvangt de gemeente specifiek geld voor de Wet Inburgering. Het restantbedrag mag binnen de wetgeving voor uitgaven in 2023 ingezet worden (zie ook lasten). Daardoor is het verschil op dit onderdeel (€ 242.000) niet van invloed op het rekeningresultaat.

Geëscaleerde zorg 18+
Op basis van de laatste informatie van de MGR zal het aandeel van het regionale saldo voor gemeente Weert ruim € 4,5 miljoen zijn, terwijl in de begroting rekening gehouden was met bijna € 3,9 miljoen. Dit zorg voor een budgettair voordeel van ruim € 600.000. Dit positieve verschil wordt onder andere veroorzaakt doordat in de regio € 1,3 miljoen is ontvangen voor de aanpak van dak- en thuisloosheid, maar in 2022 zijn hier (bijna) geen kosten voor geweest. Een verdere toelichting op de afwijkingen tussen begroting en realisatie bij de MGR komt beschikbaar via de jaarrekening 2022 van de MGR.

Deze pagina is gebouwd op 05/24/2023 15:26:13 met de export van 05/24/2023 15:02:18