De productie van bouwrijpe grond is per definitie risicovol. De investeringen liggen in de tijd soms ver voor de opbrengsten en de toekomstige markt voor bouwrijpe grond is lastig te voorspellen. Om de risico’s zoveel mogelijk te beperken, wordt per project minimaal eenmaal per jaar een risicoanalyse uitgevoerd. Waar mogelijk worden bij de belangrijkste risico’s beheersmaatregelen getroffen. Het resterende risico wordt per project berekend en bedraagt voor 2022 in totaal € 6,3 miljoen.
Bij de resultaatbestemming wordt voorgesteld de risicobuffer per 31-12-2022 te verlagen van € 6,3 miljoen naar € 5,7 miljoen. Bij de woningbouw doen de risico’s zich vooral voor bij Laarveld fase 4. Het betreft met name de onzekerheid over de hoogte van de grondprijzen per 1-1-2023 in Laarveld fase 4. Gelet op de prijsontwikkelingen in de bestaande markt staan de VON prijzen in de nieuwbouw onder druk. Naast de genoemde risico’s wordt er in de risicobuffer rekening gehouden met kansen. Voor Laarveld fase 4 betreft dit een meeropbrengst die kan worden ingerekend zodra het bestemmingsplan vastgesteld wordt door de raad. Bij de bedrijventerreinen zitten de risico’s vooral in Kampershoek 2.0. Hier wordt met name geld gereserveerd voor tegenvallers in grondverkopen en exploitatiebijdragen. Overall wordt voor zowel de woningbouw- als bedrijventerreinen een risicobedrag aangehouden voor onvoorziene investeringen, lastig te voorspellen prijsstijgingen en tegenvallende plankosten.
Grafiek 3